
Je hoeft helemaal niet te kiezen: sneller én goedkoper in de cloud
Jij mag kiezen: snelheid of kosten? Voor veel IT-beslissers lijkt het een onvermijdelijk dilemma. Wil je een applicatie die razendsnel reageert, dan krijg je automatisch een hogere cloudrekening. Wil je besparen, dan lever je in op performance.
De waarheid? Dit is een hardnekkige mythe. Je hoeft helemaal niet te kiezen. In werkelijkheid kun je met slim schalen en sizen in de cloud beide doelen bereiken: een snellere gebruikerservaring én lagere kosten.
De ‘truc’ zit ‘m in het anders denken. Want de cloud is geen kopie van je oude datacenter. Je koopt geen vaste dozen meer, maar flexibiliteit. Je betaalt per seconde, per CPU, per request. En dat betekent dat je ook op een heel andere manier moet kijken naar capaciteit. Niet meer dimensioneren op piekbelasting, maar op wat je echt nodig hebt. En wanneer.
In dit blog laten we zien hoe je dat aanpakt. We laten het verschil zien tussen sizen (de juiste hoeveelheid kiezen) en schalen (op- en afschalen bij veranderende belasting). Je ontdekt waarom de cloud vraagt om andere keuzes dan je on-prem gewend bent en waarom het zomaar kan dat je door minder resources te reserveren, uiteindelijk sneller én goedkoper uit bent.
We nemen je mee langs de belangrijkste afwegingen. Geen vendor-praat, absoluut geen technische luchtfietserij. Wel: inzichten waarmee je vandaag nog veel betere beslissingen neemt over je cloudcapaciteit.
Sizen vs schalen: twee kanten van dezelfde medaille
Wie grip wil krijgen op cloudprestaties én -kosten, moet twee begrippen goed uit elkaar houden: sizen en schalen. Ze hebben overlap, maar worden bestuurd op een ander niveau. Begrijpen van het verschil betekent veel gerichter optimaliseren.
Sizen gaat over het kiezen van de juiste hoeveelheid resources: CPU, geheugen, opslag, IOPS. Je bepaalt op basis van bekende workloads wat een applicatie minimaal nodig heeft om goed te functioneren zonder overcapaciteit, zonder bottlenecks. Dit doe je vooraf, met een combinatie van metingen, ervaring en aannames.
Schalen is het proces waarbij je capaciteit aanpast aan veranderende omstandigheden. Dit kan automatisch gebeuren (autoscaling), maar ook handmatig, gepland of seizoensgebonden. Denk aan het opschalen van een omgeving voor een marketingcampagne, het uitbreiden van storage bij datagroei, of juist het terugschalen van compute in rustige perioden. Schalen betekent: mee-bewegen met je business, zowel naar boven als naar beneden en zowel op korte als lange termijn.
Waar sizen vooral gaat over de initiële configuratie, richt schalen zich op de evolutie van die configuratie in de tijd. De twee beïnvloeden elkaar direct: als je verkeerd sized, moet je onnodig vaak schalen. En als je niet kunt schalen, kom je ondanks goed sizen alsnog tekort.
Slimme IT-beslissers zetten ze allebei in: strategisch, bewust en afgestemd op de werkelijkheid van hun organisatie.
Pay-as-you-go of reserveren? Kies bewust, betaal minder
In de cloud betaal je niet voor hardware, maar voor gebruik. Dat lijkt een voordeel tot je merkt dat verkeerde keuzes je veel geld kosten. De belangrijkste afweging: ga je voor pay-as-you-go of reserveer je capaciteit vooraf? Ik zet het even op een rij:
Pay-as-you-go betekent maximale flexibiliteit. Je betaalt alleen voor wat je gebruikt, per seconde of minuut. Ideaal voor:
- Onvoorspelbare workloads - je betaalt nooit voor lucht.
- Experimenten en pilots – je gaat geen lange termijn verplichtingen aan.
- Snel op- en afschalen - je past je capaciteit realtime aan.
Maar die flexibiliteit heeft een prijs: je betaalt de volle mep. Bij langdurige of constante belasting kunnen de kosten flink oplopen.
Reserveren is precies het tegenovergestelde: je legt je vast op bepaalde capaciteit voor één of drie jaar. Daarmee koop je:
- Tot 70% kostenvoordeel bij consistente workloads.
- Budgetzekerheid - je weet precies waar je aan toe bent.
- Toewijzing van capaciteit - vooral waardevol bij schaarste.
Maar let op: gereserveerde capaciteit is exclusief van jou en daarmee ook jouw kostenpost, zelfs als je die capaciteit tijdelijk niet gebruikt. Anders dan bij on-premise infrastructuur, kun je overcapaciteit in de cloud niet zomaar inzetten voor andere workloads. Het staat stil, het kost geld en het levert niks op.
De moraal? Analyseer je verbruikspatronen. Combineer flexibiliteit met voorspelbaarheid. En reserveer alleen wat je écht nodig hebt. De cloud is vergevingsgezind, maar niet goedkoop.
Autoscaling: slim schalen begint met de juiste trigger
Autoscaling is één van de grootste beloftes van de cloud: je laat je omgeving automatisch meegroeien met de belasting en krimpt weer in zodra het kan. Minder handwerk, minder verspilling. Maar hoe je autoscaling inricht maakt het verschil tussen efficiëntie en een (veel voorkomende) onnodig dure cloudrekening.
Er zijn twee hoofdvormen van autoscaling:
🔹 Horizontaal schalen betekent: meer exemplaren van een resource inzetten. Denk aan extra webservers of containers bij piekbelasting. Dit werkt vooral goed bij stateless, uniforme workloads. Containers zijn hiervoor bij uitstek geschikt. In een orchestrator als Kubernetes kun je eenvoudig workloads verdelen en op- of afschalen per pod. Ook Virtual Machine Scale Sets in Azure werken volgens dit principe.
🔹 Verticaal schalen betekent: dezelfde instance voorzien van meer CPU, geheugen of opslag. Dit wordt vaker handmatig of gepland gedaan (bijv. voor maandafsluitingen of piekmomenten), omdat het risico’s geeft op instabiliteit of downtime bij het opnieuw opstarten.
Andere vormen van autoscaling zijn onder meer:
– Scheduled scaling: op basis van tijd (bijv. elke dag om 09.00 opschalen).
– Predictive scaling: op basis van trends of machine learning.
– Custom triggers: gebaseerd op applicatiespecifieke signalen.
Welke trigger je kiest voor scaling is cruciaal. Veelgebruikte triggers zijn CPU-gebruik, geheugendruk, netwerkverkeer of wachttijd in een queue. Maar te agressief schalen (bij elk piekje een nieuwe instance) leidt tot flapping en juist hogere kosten. Te conservatief schalen betekent traag reagerende systemen.
Kortom: autoscaling is krachtig, maar alleen als je het doordacht inzet.
Meten is weten: blijf scherp op je cloudcapaciteit
De meest gemaakte fout in cloudcapaciteitsbeheer? Denken dat je het eenmalig goed kunt instellen. Sizing en scaling zijn geen ‘set-and-forget’-acties. Wat vandaag optimaal lijkt, kan morgen al scheef groeien: door veranderend gebruik, groeiende datasets of simpelweg foutieve aannames.
Bij de initiële sizing draait alles om een goede inschatting van wat een applicatie nodig heeft. Maar zelfs met de beste analyse kun je ernaast zitten. En zodra je live bent, begint het echte werk pas.
Je moet blijven meten: gebruikt je applicatie daadwerkelijk wat je hebt toegewezen? Of betaal je voor lucht? Valt je autoscaling wel samen met werkelijke belasting? Of schaal je op basis van ruis?
Je vraagt je bij het lezen wellicht nu af: hoe dan wel? Bij Sciante helpen we organisaties precies dát scherp te houden. We maken zichtbaar wat je zelf vaak niet ziet:
- onderbenutte resources die je kosten omhoog jagen,
- workloads die pieken op onverwachte momenten,
- schaalinstellingen die niet doen wat je denkt.
Met ónze tooling en ervaring houden we de vinger aan de pols. Continu. Optimalisatie is ons vak. Geen overbodige dashboards, maar heldere inzichten die leiden tot concrete acties. Zo houd jij controle over je cloudcapaciteit én je budget.
Wil je weten hoe we dat voor jouw organisatie doen en wat je kostenbesparing zal worden? Plan dan vrijblijvend een afspraak met mij in. Ik laat je graag zien waar jouw grootste winst zit. Gratis, zonder verplichtingen. Gewoon: eerlijk advies, van techneut tot techneut.
Je ontvangt altijd en direct inzicht in je drie grootste optimalisatiekansen.